Garagebedrijven
Garagebedrijven zijn bedrijven die verschillende diensten voor voertuigen aanbieden zoals het onderhouden en repareren van motorvoertuigen. Activiteiten van garagebedrijven kunnen bodem- en luchtverontreiniging en risico's voor de directe omgeving veroorzaken. Voor garagebedrijven zijn er regels over het omgaan met afvalstoffen, het lozen van afvalwater, energiebesparing en het tegengaan van geluidoverlast.
Activiteiten van garagebedrijven die hebben te maken met het milieu zijn:
- het werken met bodembedreigende vloeistoffen, zoals motorolie, remolie, koelvloeistof, accuzuur
- reparatiewerkzaamheden aan de carrosserie, het schuren en coaten
- het onderhouden van airco's van een motorvoertuig
- de opslag van gevaarlijke stoffen
Hieronder leest u over de milieuregels die gelden op Bonaire en Sint Eustatius. Is er iets niet helemaal duidelijk? Neem dan contact op met het Informatiepunt Milieu.
Op deze pagina
Zorgplicht
Van een bedrijf wordt verwacht dat het zorgt voor zijn omgeving. Een bedrijf heeft de taak schade aan de natuur te voorkomen. De zorgplicht staat eigenlijk voor 'good housekeeping' oftewel: een goede staat en onderhoud van het bedrijf. Dit betekent bijvoorbeeld het onderhouden, repareren en schoonmaken van filters en apparaten.
Ook andere wetgeving kent een zorgplicht. Vanuit de arbowetgeving geldt bijvoorbeeld de zorgplicht om je personeel te beschermen door het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's of PPE's).
Energiebesparing
Om zuinig met energie om te gaan, moet bijvoorbeeld energiezuinige verlichting worden geplaatst, zoals LED-verlichting. Lekkages aan de persluchtinstallatie moet voorkomen worden.
Afval
In de garagebedrijven kunnen veel materialen opnieuw gebruikt worden. Het ontstaan van afvalstoffen moet zoveel mogelijk worden tegengegaan. Afvalstoffen moeten gescheiden worden opgeslagen. Het gaat om de volgende afvalstoffen:
- karton en papier
- plastic
- aluminium
- glas
- gevaarlijke afvalstoffen zoals remvloeistof, koelvloeistof en oliehoudende afvalstoffen
- autowrakken
- metalen
- afgedankte accu's
- gebruikt absorptiemateriaal
- klein gevaarlijk afval (onder andere batterijen)
- overig bedrijfsafval.
Afvalstoffen worden ingezameld door of afgevoerd naar een door het bestuurscollege aangewezen inzamelaar.
Autowrakken
Autowrakken kunnen gestript worden voor onderdelen. De onderdelen kunenn apart worden opgeslagen maar er mogen er bij een garagebedrijf maximaal 4 autowrakken aanwezig zijn. Bij de opslag van autowrakken moet verontreiniging van de bodem voorkomen worden. Dit kan door de vloeistoffen uit het wrak te verwijderen. Het maximum van 4 autowrakken geldt niet voor auto demontagebedrijven, de daar een milieuvergunning voor hebben, bergingsbedrijven of als de opslag plaatsvindt in het kader van onderzoek door politie of justitie.
Bodem
Bodembedreigende vloeistoffen mogen niet in de bodem terecht komen. Er moet gewerkt worden boven minimaal een betonvloer of te werken met lekbakken. Vaak wordt een betonvloer voorzien van een coating om makkelijker morsingen te kunnen opruimen. Eventuele lekkages moeten direct met absorptiemiddelen, zoals doeken, worden opgeruimd. Voorbeelden van bodembedreigende vloeistoffen die kunnen vrijkomen zijn olie, koelvloeistof, remvloeistof, accuvloeistof.
Vaten of tanks waarin vloeistoffen worden opgeslagen moeten in of boven een lekbak staan.
Gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen moeten in een aparte opslag worden bewaard, behalve de gevaarlijke stoffen die je nodig hebt op een dag. Gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld oplosmiddel, lak en accuzuur verf, gasflessen. Gasflessen moeten in aparte opslagplaats worden bewaard.
Koelinstallaties
Het vrijkomen van koelvloeistof uit een airco installatie moet voorkomen worden. Ook moet de koelinstallatie onderhouden worden. Op de pagina koelinstallaties is meer informatie hierover te vinden.
Onderhoudsrapporten
Bewaar de onderhoudsrapporten bij de installatie of in het bedrijf. In deze rapporten staat in ieder geval informatie over het aantal kilogram en het type koudemiddel:
- waarmee de apparatuur is gevuld,
- dat aan de apparatuur is toegevoegd tijdens installatie, onderhoud of service en reparatie,
- dat is teruggewonnen of verwijderd.
Afvalwater
Het ontstaan van afvalwater moet voorkomen worden. Afvalwater met bodembedreigende vloeistoffen mag niet ongezuiverd geloosd worden op een afvalwaterstelsel of afvalwaterzuivering zoals een septic tank. Dit kan bijvoorbeeld zijn als u de vloer schoonmaakt.
Als toch afvalwater ontstaat doordat vloer nat wordt door hemelwater dan moet er een olieafscheider geplaatst worden voordat dit afvalwater geloosd mag worden op een afvalwaterstelsel of septic tank.
Brandpreventie.
Er moeten voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn om een beginnende brand te kunnen blussen. Coaten en spuiten van een auto kan niet plaatsvinden als er ook andere werkzaamheden plaatsvinden.
Melding
Een garagebedrijf is meestal een type 2-inrichting. Dit betekent dat u 4 weken voor de start of verandering van uw garagebedrijf een melding moet doen bij het bestuurscollege. Bij verandering is een melding alleen nodig als een afwijking ontstaat van eerder verstrekte gegevens. Meer informatie over melding staat op de pagina Melding.
Milieuvergunning
Er is geen milieuvergunning nodig voor de typische reparatie-activiteiten aan motorvoertuigen. Wel kan een garagebedrijf om een andere reden een milieuvergunning nodig hebben.
Een reden kan zijn:
- de opslag van meer dan 4 autowrakken
- het verwerken of vernietigen van autowrakken
- het houden van wedstrijden met voertuigen op een terrein.
Wettelijke basis van de milieuregels
Op Bonaire bestaan sinds 2009 milieuregels voor garagebedrijven in het eilandsbesluit garagebedrijven. De regels komen nu uit het 'Inrichtingen en activiteitenbesluit BES' (IAB) en de 'Regeling inrichtingen en activiteiten' (RIA). Zie de pagina's onder Korte uitleg milieuregels.
De aanwijzing voor vergunningplicht vindt u in Bijlage 1 Inrichtingen- en activiteitenbesluit BES.
De kwaliteitscriteria, basisregels, voor type I en II bedrijven staan in Regeling inrichtingen en activiteitenbesluit.
Het kan gaan om verschillende onderwerpen, zoals:
- opslaan van afvalstoffen: Afdeling 2.1 Regeling inrichtingen en activiteiten BES
- Lozen van afvalwater: Afdeling 2.2 Regeling inrichtingen en activiteiten BES
- Bodembescherming: Afdeling 2.3 Regeling inrichtingen en activiteiten BES
- Opslag gevaarlijke stoffen: Afdeling 2.9 Regeling inrichtingen en activiteiten BES
- Koelinstallaties § 2.13.1 Regeling inrichtingen en activiteiten BES
Aanvullende regels kunnen staan in de eilandsverordening. De eilandsverordening is nog in ontwikkeling.
Checklist
- Opvang van vloeistoffen op werkplekken?
- Opslag vaten, tanks boven een lekbak?
- Gevaarlijke stoffen in opslag kast?
- Gasflessen vast en in opslag?
- Zijn de autowrakken vloeistofvrij gemaakt?